Journalist en documentairemaker, voormalig docent journalistiek Windesheim, gastspreker, redacteur Vredesmagazine.
voorbij de wraak

een verhaal over de maatschappelijke en juridische achtergronden van het drama van Baflo, december 2014.

Antidepressiva, exceptioneel geweld en het strafrecht

Voorbij de wraak

In een psychose doodde Alasam S. in april 2011 zijn vriendin Renske Hekman, en kort daarop een gealarmeerde politieman. Het gerechtshof Leeuwarden veroordeelde hem op 11 december tot zes jaar met tbs, het Openbaar Ministerie had 22 jaar geëist. Een impressie van een rechtsgang met een ongemakkelijk gevoel.

door Willem de Haan

ALS DE PRESIDENT van het Leeuwarder gerechtshof op vrijdag 18 november na een lange zittingsdag om vijf uur in de middag de strafzitting gesloten heeft, trekt aanklager Joep Simmelink in de zittingszaal zijn toga uit. Hij loopt naar Mathieu van Linde, de advocaat van Alasam S., en schudt hem de hand. Het is een lange dag geweest, zo stellen ze samen vast, maar de moeite waard. En het is een interessante zaak ‘met veel onbegrijpelijke feiten’, zo stelt Simmelink. In de loop van de middag hebben ze de juridische degens gekruist. Maar achter de juridische strijd schuilt een drama dat met juristerij niet te vatten lijkt. Een drama dat ook het uiterste vergt van de nabestaanden. Eerder veroordeelde de rechtbank Groningen Alasam – na een strafeis van levenslang – tot 28 jaar. Hoe kun je verder als je geliefde partner of kind door een misdrijf is omgebracht? ‘Levenslang voelde goed, met 28 jaar viel voor ons te leven’, zegt de weduwe van agent Haveman eerder die dag. De moeder van slachtoffer Renske Hekman: ‘Laten we hem de kans geven te laten zien dat hij geen slecht mens is.’

Het was woensdag 13 april 2011 toen Alasam, een asielzoeker uit Benin, aan het begin van de avond ruzie kreeg met zijn vriendin Renske in de hal van haar appartement in Baflo. Hij pakte de brandblusser die daar stond en sloeg haar daarmee op haar hoofd. Zij gilde, maar Alasam sloeg opnieuw en opnieuw. Daarna liep hij de straat op, op weg naar het station. Op straat kwam het tot een confrontatie met agent Dick Haveman, die hem zei stil te blijven staan. Maar Alasam liep op hem af en sloeg de agent. Er werd gespoten met pepperspray, en in een worsteling viel Havemans dienstpistool op de grond. Alasam wist het in een fractie van een seconde te pakken. Zonder dat hij ooit een wapen in handen had gehad, schoot hij Haveman van dichtbij dodelijk neer. De rechtbank Groningen veroordeelde hem in 2013 tot 28 jaar gevangenisstraf. Alasam was volgens de rechtbank ten tijde van het delict volledig toerekeningsvatbaar.

***

WAAROM DOODT EEN MAN zijn vriendin die twee jaar daarvoor voor hem ‘als een engel uit de hemel’ was gekomen? Hoe kon hij een goed getrainde agent van een aanhoudingseenheid zijn wapen afhandig maken en hem daarmee doden? Was hij – zoals agenten hem op dat moment omschreven – ‘een zombie, een omhulsel zonder ziel’? En wat zegt dat over de toestand waarin hij verkeerde? Verkeerde hij in een psychose? Een waan? Alasam gebruikte het antidepressivum seroxat, waarvan de bijsluiter vermeldt dat het gebruik in uitzonderlijke gevallen kan leiden tot zelfmoordpogingen en zelfmoordgedachten en ook tot ‘vijandigheid, agressie, oppositioneel gedrag en woede. Paniekaanvallen, angstgevoelens, verwardheid en hallucinaties.’

Exceptioneel geweld lijkt vaker voor te komen na gebruik van moderne antidepressiva. Zo doodde een voormalige KLM-stewardessin 2008 in Badhoevedorp haar dochter en echtgenoot met een bijl. Zij was kort daarvoor begonnen met het slikken van seroxat. In het Friese Kootstertille doodde een man in 2008 zijn ex-vrouw, haar nieuwe partner en diens ex-vrouw. De Pompekliniek in Nijmegen deed onderzoek naar de relatie tussen de delicten en zijn gebruik van het antidepressivum paroxetine. Volgens de onderzoekers was er in zijn geval ‘een duidelijk significant verband tussen agressie en SSRI’. Een vrouw uit het Drentse Spier wurgde eind 2012 haar zoontje terwijl ze in een psychose verkeerde. Daarna probeerde ze haar dochter en zichzelf van het leven te beroven door met haar auto het water in te rijden. De vrouw gebruikte het antidepressivum efexor. Ook het buitenland kent schokkende voorbeelden: de Amerikaan David Crespi doodde in 2006 zijn tweelingdochters Tessera en Samantha. ‘I was chemically altered’, zegt Crespi daarover in een Deense documentaire. Chris Shanahan, tot levenslang veroordeeld wegens moord en roofovervallen, zei in dezelfde documentaire: ‘I was committed that I had to do it. I killed her.’ Ook Crespi en Shanahan gebruikten antidepressiva.

***

DE HELE DAG zit Alasam tijdens de lange zitting in november in de zittingszaal van het statige Leeuwarder gerechtsgebouw. Alasam is een wat te zware, kleine zwarte West-Afrikaanse man. Spijkerbroek en een grijs-zwarte trui. Kortgeschoren haar. Een vriendelijke uitdrukking op zijn gezicht. Als de moeder van Renske Hekman ’s ochtends spreekt, lopen de tranen over zijn wangen. Later in de middag opnieuw. ’s Morgens heeft hij gezegd dat hij zou willen dat het andersom was: dat zijn slachtoffers nog zouden leven en hij niet. Maar het is andersom en het is onomkeerbaar.

Alasam kwam op 12 oktober 2001 naar Nederland. Bij zijn asielaanvraag vertelde hij dat zijn ouders waren omgekomen bij een brand en dat een oom zijn verzorging had overgenomen. Maar deze oom had hem naar een bananenplantage gestuurd waar Alasam als slaaf werkte en werd geslagen. Kort nadat zijn asielaanvraag in december 2002 was afgewezen, werd hij wegens een psychotische stoornis opgenomen in een GGZ-kliniek.

Tussen december 2002 en april 2011 is het al die tijd onzeker of hij in Nederland kan blijven. Soms gaat het een periode goed, voetbalt hij bij een plaatselijke club en volgt hij succesvol een opleiding tot lasser. Soms gaat het minder en volgt weer een kortdurende opname. Sinds 2004 gebruikt hij het antidepressivum seroxat. In de zomer van 2009 krijgt hij een relatie met Renske Hekman. Ze maken plannen voor de toekomst, maar de onzekerheid over zijn toekomst blijft groot. Zijn psychische kwetsbaarheid ook. Hij staat onder behandeling van Lentis in Groningen. Daar proberen de behandelaars in maart 2011 het gebruik van seroxat af te bouwen omdat dit middel in Benin niet verkrijgbaar is en uitzetting dreigt. Alasam krijgt slaapproblemen, waarop de dosis weer verhoogd wordt. Op 1 april overlijdt de opa van Renske, tijdens de crematie is Alasam een van de mensen die de kist dragen. Kort daarop, op 12 april, krijgt hij telefonisch van zijn asieladvocaat te horen dat het hoger beroep is afgewezen en dat hij definitief uitgeprocedeerd is. De volgende ochtend meldt hij zich ziek bij de depothouder van een aantal dagbladen die hij bezorgt. Hij overlegt telefonisch met zijn behandelaar bij Lentis om de dosis seroxat te verhogen. Juist het wisselen van de dosis, en dus schommelingen van de hoeveelheid seroxat in het bloed, vormt een risico van extreme bijwerkingen, zo leert de literatuur.

***

KWETSBAAR EN TEGELIJK STERK staat moeder Hekman ’s ochtends achter de microfoon als ze gebruik maakt van haar spreekrecht. Alasam heeft ons verdriet gedaan, zegt ze. Maar tegelijkertijd zegt ze: ‘Geef hem de kans te laten zien dat hij geen slecht mens is.’ Bij Alasam lopen de tranen over de wangen. ‘Ons leven is zo verbonden met Renske en dus ook met Alasam.’

Als ze hem één keer per maand bezoeken in de gevangenis wordt er gehuild en gelachen. ‘Het is hoogst opmerkelijk hoe belangstellend Alasam is naar de buitenwereld, hoe meelevend en bezorgd hij is over ons wel en wee en hoe hij zichzelf wegcijfert. Die bezoeken geven verlichting vooral omdat we ons dan nog dichter bij Renske voelen staan.’

***

ALASAM WERD in de loop van 2011 geobserveerd en onderzocht in het Pieter Baan Centrum. In het eindrapport stelde PBC-onderzoeker psychiater Van der Kraats: ‘Hoewel enkele getuigen hebben verklaard dat betrokkene anders dan anders was, of zich vreemd gedroeg, wijst de beschikbare informatie niet eenduidig in de richting van een psychotisch toestandsbeeld.’Er is iets bijzonders met die verklaring. Als forensisch rapporteur moest Van der Kraats kijken naar wat objectiveerbaar kan worden aangetoond. Maar tijdens de eerdere behandeling van de zaak voor de rechtbank Groningen zei hij in februari 2013:‘Als clinicus sta je daar misschien anders in. Ik sluit andere conclusies niet uit, zoals een paranoïde psychose.’

Op de zitting in Leeuwarden bleek dat de deskundigen van het PBC het met elkaar oneens zijn over de zaak van Alasam. Van der Kraats dacht aan een psychose, maar verwoordde in zijn rapport het meerderheidsstandpunt dat die psychose ‘niet eenduidig’ was. De door het gerechtshof Leeuwarden benoemde onafhankelijke deskundige, psychiater Koerselman, was in zijn rapport aan het gerechtshof echter stellig: ‘Ten tijde van het delict is sprake geweest van een stress gerelateerde kortdurende psychotische stoornis. Betrokkene raakte daardoor in een vorm van een paranoïde waan en was niet in staat de aard en consequenties van zijn handelen te overzien of daarop bewust controle uit te oefenen. Betrokkene was ten tijde van de delicten niet toerekeningsvatbaar.’

***

AGENT DICK HAVEMAN wordt in april 2011 met korpseer begraven in Groningen. Honderden agenten uit het hele land luisteren in een afgeladen Martinikerk naar minister Ivo Opstelten. Die zegt dat Haveman een geliefd agent was en dat een gewelddadige dood van een politieambtenaar altijd een schok voor het land is. Hij spreekt geen oordeel uit over de dader, hij refereert nergens aan een strafmaat. Maar toon en dictie van de woorden van Opstelten doen hun werk ook zonder dat. Het Openbaar Ministerie eist in eerste aanleg levenslang, wegens tweemaal moord. Moord vereist ‘kalm beraad’ en het OM redeneert: na de eerste slag met de brandblusser had Alasam kunnen overwegen te stoppen. Maar hij sloeg opnieuw. Tijdens de confrontatie met agent Haveman had hij kunnen overwegen zich over te geven. Maar hij ging welbewust de confrontatie aan. Voor een niet-jurist klinkt dat niet sterk, maar voor een jurist is het verdedigbaar. In hoger beroep laat het Openbaar Ministerie de variant moord begin november vallen. Bij nader inzien is het doodslag, zegt de aanklager. Voor ‘kalm beraad’ was te weinig tijd.

***

DE MOGELIJKE INVLOED van medicatie, de vraag van de toerekeningsvatbaarheid en het juridisch onderscheid tussen moord en doodslag spelen geen rol in het verdriet van de echtgenote van Dick Haveman. ‘Levenslang voelde goed, met 28 jaar konden we leven’, zegt ze in haar slachtofferverklaring tegen de rechters in Leeuwarden. ‘13 april was de gruwelijkste avond van mijn leven, die een einde maakte aan een huwelijk van 28 jaar.’ Een van de dochters vertelt het hof dat ze haar rijbewijs heeft gehaald en dat niet aan vader kon laten zien, evenmin als haar behaalde mbo-diploma. Moeder Haveman: ‘Deze man heeft een einde gemaakt aan papa’s leven.’

Hoe anders klinkt het in de verklaring van de moeder van Renske: ‘Zij wilde niets liever dan samen met Alasam een toekomst opbouwen. Vanuit die gedachte willen wij Alasam bijstaan. Voor ons is dat geen kwestie van vergeving. Vergeving past ons niet en in die positie zijn wij niet. Voor ons is het een manier – eigenlijk de enige manier – om verder te kunnen leven.’ Ze permitteert zich één kritische uitlating: ‘Een therapeutische behandeling van Alasam was niet mogelijk binnen het rigide uitgestippelde asielbeleid in Nederland.’

***

WAT BLIJFT KNELLEN is de vraag wat een psychose met een mens kan doen. Of er heldere momenten kunnen zijn in een periode dat een waan bezit van iemands denken heeft genomen. Immers, zo stelde de aanklager, advocaat generaal Simmelink in Leeuwarden, Alasam belde direct na het doden van Renske met familie en bekenden in Benin: ‘Dat hij een spelletje had gedaan met zijn vriendin en dat ze opeens dood was en dat hij nu een probleem had.’Kun je bellen in een psychose? En hoe moet je dat ‘een spelletje doen’ interpreteren? Is dat een cover-up of juist een uiting van waanzin? Simmelink kiest voor de eerste optie, je kunt in de war zijn, geagiteerd, de weg kwijt zijn, maar als je nog kunt bellen… en dan ook nog de toedracht verdraaien…

Voor het oordeel over de psychische gesteldheid van een verdachte ten tijde van het delict zijn juristen afhankelijk van de visie van gedragswetenschappers. Als die deskundigen elkaar tegenspreken, wordt het voor een jurist moeilijk, zo erkende persofficier Pieter van Rest van de rechtbank Noord-Nederland tegenover het VPRO-programma Argos op 28 juni. ‘Als jurist ga je mee met het meest overtuigende verhaal. Hoe overtuigender je als deskundige bent, hoe beter je het kunt verwoorden, hoe consistenter je verhaal, hoe meer je verhaal aan kracht wint. Glibberig? Ja, maar wij moeten kiezen.’

Volgens strafrechtdeskundige David Roef van de Universiteit van Maastricht dienen rechters in dergelijke gevallen op basis van alle rapportages echter het meest aannemelijke scenario te reconstrueren. Dat is het hoogst haalbare. Wat ook niet mag worden vergeten, zegt Roef, is dat het strafrecht niet zozeer gaat over genoegdoening voor slachtoffers, als wel primair om het verwijtbare handelen van een verdachte. ‘Neem het extreme voorbeeld dat iemand achter het stuur plotseling een epileptische aanval krijgt’, zegt Roef, ‘en daarbij een gezin doodrijdt. Als die persoon niet weet dat hij aan die ziekte lijdt, dan is er zelfs geen sprake van verwijtbaarheid, en kan dus ook moeilijk sprake zijn van vergelding via het strafrecht.’ Roef erkent dat in dergelijke gevallen rechterlijke vonnissen soms maatschappelijke onvrede oproepen. ‘Dat vraagt daarom des te meer om een zorgvuldige motivering.’

***

DE JURIDISCHE CONSEQUENTIE is groot: wie niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor zijn daden gaat vrijuit. En als er geen sprake is van een ziekelijke stoornis is ook tbs niet aan de orde. Helemaal ingewikkeld wordt het wanneer er – zoals in het geval van Alasam – ook nog sprake is van het op doktersvoorschrift gebruik van antidepressiva die mogelijk tot ernstige agressie dan wel een psychose kunnen leiden. En dan is er nog het probleem hoe je achteraf kunt vaststellen in welke toestand iemand verkeerde ten tijde van de delicten.

Het zijn lastige vragen voor juristen, maar ook voor de nabestaanden en de daders zelf. ‘Zelfs al krijg ik levenslang, het is niet genoeg om ongedaan te maken wat ik heb gedaan’, zei Alasam in november tegen de rechters.

In de ‘bijlmoord’ oordeelde het gerechtshof in Amsterdam dat de antidepressiva ‘een zekere rol’ speelden, en de vrouw werd verminderd toerekeningsvatbaar verklaard. In de Friese Kootstertille-zaak was de invloed van de medicatie volgens het Leeuwarder hof echter ‘niet aannemelijk geworden’. Over de moeder in Drenthe oordeelde de rechtbank dat de vrouw in een psychose had gehandeld en volledig ontoerekeningsvatbaar was. In het recente arrest tegen Alasam S. wordt de kwestie van de medicatie helemaal niet genoemd. De invloed van antidepressiva op geweldsdelicten is, zo stellen verscheidene officieren van justitie en rechters, in feite ook niet de kern waar het om draait. De kern is of iemand – door welke oorzaak dan ook – ten tijde van een delict wel of niet, dan wel verminderd, toerekeningsvatbaar is geweest.

Achteraf moeten vaststellen hoe iemand er ten tijde van een delict psychisch precies aan toe was, zo zeggen verschillende deskundigen, is eigenlijk ondoenlijk. En daarna staat de rechter voor de lastige, arbitraire keuze om daar dan een juridisch oordeel over uit te spreken. Het Leeuwarder hof loste dat vraagstuk in het arrest van 11 december op elegante wijze op: het hof gaat mee in de redenering dat Alasam ten tijde van het doden van zijn vriendin in een psychose verkeerde, maar tijdens de confrontatie met agent Haveman, tien minuten later, al weer enigszins bij zinnen moet zijn geweest. Zijn vatbaarheid voor psychosen in tijden van stress is voor het hof reden om hem daarvoor in een tbs-setting te behandelen. Het is een logisch vonnis, waar tegelijkertijd een zekere onmacht in doorklinkt: de ene doodslag wél toerekenen, de andere niet, en de onzekerheid hoe lang een kortdurende psychose duurt… En dan de vraag hoe je dat achteraf kunt vaststellen, en de vraag wanneer een behandeling voor een kwetsbaarheid voor psychosen succesvol kan worden afgerond – daar zijn niet zomaar antwoorden op te geven.

***

TIJDENS EEN VAN DE SCHORSINGEN van de strafzaak in Leeuwarden staat ’s middags een oudere man op de trappen van het gerechtsgebouw een sigaretje te roken. Het is Jan Haveman, vader van de omgekomen agent. Eerder heeft zijn andere zoon, broer van de overleden Dick, aan het hof verteld dat zijn ouders actief zijn in het vluchtelingenwerk in Emmen. En dat ze dit zijn blijven doen, ook na de fatale dertiende april 2011: ‘Het is bitter dat de verdachte hoort tot de groep die door mijn ouders gesteund wordt. Mijn ouders koesteren geen wraak en zetten hun werk in Emmen voort.’ We spreken kort met elkaar. Dit drama heeft zoveel gezichten en een bevredigende uitkomst lijkt er niet te zijn.

De familie Hekman voelt geen behoefte om op de uitspraak van het hof te reageren. Dat geldt ook voor de ouders van politieman Dick Haveman.Het is, zegt vader Jan Haveman, voor hem en zijn vrouw van belang dat er na ruim drieënhalf jaar een punt is gezet: ‘Het hof stond voor een heel moeilijke beslissing. We doen er verstandig aan ons te conformeren aan de uitspraak.’